De kinderen van de profeet Samuël beschikten niet over hetzelfde geloof en vrees voor de HERE God die hun vader wel had. In plaats daarvan kozen ze ervoor om zich te laten leiden door de geest van egoïsme en hebzucht. Ze hadden de offerande lief, maar minachtten de offerandegever;
“Zij waren op winstbejag uit, namen geschenken aan en bogen het recht”
(1 Samuël 8:3).
(1 Samuël 8:3).
Weinigen hebben de kudde van de Almachtige beschouwd als de vertegenwoordiging van God. De meerderheid vergeet dat hun consideratie gericht tot de kudde dezelfde consideratie is die zij voor de HEER tonen; En dat hun toewijding jegens de HEER en hun toewijding jegens de kudde van de HEER hetzelfde is.
Bevestig dit maar in het verzoek van Jezus aan Petrus; Wat het verband betreft tussen de liefde voor de HEER en de zorg voor Zijn kudde:
“Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon
Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan
dezen? Hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide
tot hem: Weid mijn lammeren.
Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van
Johannes, hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot Hem: Ja Here, Gij
weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen.
Hij zeide ten derden male tot hem: Simon, zoon van Johannes, hebt
gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem
zeide: Hebt gij Mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen”
(Johannes 21:15-17).
Elke zondag om 9.30uur & 12.00uur (ook om 18.00uur).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : +597 88 37 764
Geen opmerkingen:
Een reactie posten