De profetie was dat God Zijn volk uit de slavernij van Egypte zou halen en naar het Beloofde Land zou brengen. Gedurende de tocht door de woestijn, op weg naar het land dat vloeide van melk en honing, voorzag God de Israëlieten van manna (het brood van de hemel, zodat zij kracht konden hebben om door te blijven wandelen richting het Beloofde Land.
Maar de visie van God was altijd dat het volk zou eten van de vruchten van het beloofde land en niet dat zij zich altijd zouden voeden met het manna (zie Exodus 16:35). Toen Jozua met het volk aankwam om het Beloofde Land in bezit te nemen, beginnend met Jericho, beval God dat zij het Pascha zouden vieren op de veertiende dag van die maand en dat zij de daaropvolgende dag van de vruchten van dat land, dat vloeide van melk en honing, zouden eten. Vanaf dat moment kwam er geen manna meer uit de hemel, omdat het niet meer noodzakelijk was.
“En het manna hield op, daags nadat zij van de opbrengst van het
land hadden gegeten.
Dus hadden de Israëlieten geen manna meer, maar zij
aten dat jaar van wat
het land Kanaän opleverde” (Jozua 5:12).
Het manna symboliseerde de voorziening van God in de moeilijke
tijden. Het is niet dat wij ondankbaar zijn, Godzijdank voor het manna,
maar het manna is niet hetgeen dat God wil dat wij zullen eten. De plaats van het manna is de woestijn. In het Beloofde Land dienen
wij van de melk te drinken en de honing te eten, maar hiervoor dienen
wij sterk en moedig te zijn om de muren, die ons tegenhouden om het
Beloofde Land in bezit te nemen, af te breken. Vanaf het moment dat u sterk en moedig bent, zult u drinken van de
melk en eten van de honing, omdat de profetie vervuld zal worden in het
leven van degenen die geloven.
Met dank aan: bisschop Celso Júnior
Elke zondag om 9.30uur & 12.00uur (ook om 18.00uur).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : + 597 88 37 764
Geen opmerkingen:
Een reactie posten