WIE ZIT ERACHTER

De discipelen leefden gedurende drie jaar met Jezus. Ze zagen de blinden zien, de stommen spreken, de verlamden lopen en de doden tot leven komen. Zij waren bij bijna elk moment van het leven van onze Heer, hier op aarde, aanwezig. Wat een voorrecht, toch? Ze aten met de Heer, spraken met Hem en leerde hemelse leringen, rechtstreeks van de bron, over hoe men een succesvol leven kon bereiken.

Degenen die de discipelen zagen, konden met zekerheid zeggen dat ze heilige mannen waren, omdat zij continu aan de zijde van Jezus waren. Maar dit was niet het geval, omdat het niet genoeg was voor Jezus om naast hun te zijn, het was noodzakelijk voor Hem dat Hij in hun zou komen, iets wat later bij hun allen plaatsvond, behalve bij Judas. Alleen de Here Jezus wist wie er achter de ogen van die discipelen schuil zat. Hij wist dat:

De geest van bedrog achter de ogen van Judas zat: “En terwijl zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij verraden zal. En zeer bedroefd, begonnen zij, een voor een, tot Hem te zeggen: Ik ben het toch niet, Here? Hij antwoordde hun en zeide: Die zijn hand met Mij in de schotel heeft gedoopt, die zal Mij verraden. De Zoon des mensen gaat wel heen gelijk van Hem geschreven staat, doch wee die mens, door wie de Zoon des mensen verraden wordt. Het ware voor die mens goed geweest, als hij niet geboren was. Judas, zijn verrader, antwoordde en zeide: Ik ben het toch niet, Rabbi? Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd” (Matteüs 26:21-25).

De geest van ongeloof achter de ogen van Tomas zat: “De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Here gezien! Maar hij zeide tot hen: Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven. En na acht dagen waren zijn discipelen weer in het huis en Tomas met hen. Jezus kwam, terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zeide: Vrede zij u! Daarna zeide Hij tot Tomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig. Tomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Here en mijn God!” (Johannes 20:25-28).

De geest van lafheid achter de ogen van Petrus zat:“Petrus zeide tot Hem: Here, waarom kan ik U thans niet volgen? Ik zal mijn leven voor U inzetten! Jezus antwoordde: Uw leven zult gij voor Mij inzetten? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de haan zal niet kraaien, eer gij Mij driemaal verloochend hebt” (Johannes 13:37-38).

“En Simon Petrus stond zich te warmen. Zij zeiden dan tot hem: Gij behoort toch ook niet tot zijn discipelen? Hij ontkende het en zeide: Ik niet! Een der slaven van de hogepriester, een verwant van hem, wiens oor Petrus had afgeslagen, zeide: Zag ik u niet in de hof met Hem? Petrus dan ontkende het wederom en terstond daarop kraaide een haan” (Johannes 18:25-27).

Deze discipelen volgden de Here Jezus, maar waren nog niet uit Hem geboren. Daarom waren zij werelds en vleselijk. Met de uitzondering van Judas, die al verdoemd was, werden Petrus en Tomas uit God geboren en ontvingen de Heilige Geest. Maar er rest ons een waarschuwing en een vraag: Wie leeft er achter uw ogen, help(st)er? Als u uit God bent geboren, dan weten we dat het de Heilige Geest is. Maar zo niet, wie beïnvloedt dan wat u denkt, ziet, hoort, zegt en voelt? Wij allen dienen over dit inzicht goed na te denken. Laten we naar ons binnenste kijken en ons vrucht zien, zodat wij kunnen reflecteren en herstellen wat hersteld dient te worden. God zegene u.

Met dank aan: Bisschop Sérgio Correia


Elke zondag om 9.30uur & 12.00uur (ook om 18.00uur).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Cetrum
Tel. : + 597 88 37 764