“Doch de zonen van Eli waren kinderen Belials; zij kenden den HEERE niet. Want de wijze dier priesters met het volk was, dat, wanneer iemand een offerande offerde, des priesters jongen kwam, terwijl het vlees kookte, met een drietandigen krauwel in zijn hand; En sloeg in de teile, of in den ketel, of in de pan, of in den pot; al wat de krauwel optrok, dat nam de priester voor zich. Alzo deden zij aan al de Israelieten, die te Silo kwamen. Ook eer zij het vet aanstaken, kwam des priesters jongen, en zeide tot den man, die offerde: Geef dat vlees om te braden voor den priester; want hij zal geen gekookt vlees van u nemen, maar rauw. Wanneer nu die man tot hem zeide: Zij zullen dat vet als heden ganselijk aansteken, zo neem dan voor u, gelijk als het uw ziel lusten zal; zo zeide hij tot hem: Nu zult gij het immers geven, en zo niet, ik zal het met geweld nemen. Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot voor het aangezicht des HEEREN; want de lieden verachtten het spijsoffer des HEEREN” (1 Samuël 2:12-17)
Hallo dames en heren!
Tijdens het lezen van de Bijbel vandaag, dacht ik over deze verzen na en de Heilige Geest openbaarde mij het risico dat we lopen wanneer wij God en Zijn volk op onze eigen manier willen dienen. Ik zal de punten van deze overpeinzing uitleggen. Lees alstublieft met mij mee.
Punt 1:
De zonen van Eli, de profeet, waren geen Kinderen van God, maar wel van belial. Voor wie de diepgang en de ernst van dit woord begrijpen, staan de kinderen van belial gelijk aan kinderen van de duivel. Lees met volle aandacht deze korte uitleg:
Hebreeuwse Bijbel:
De term belial (בְלִיַּעַל bĕli-yaal) is een hebreeuws bijvoeglijk naamwoord, wat “waardeloos” betekent, wanneer het woord wordt gesplitst betekent het beli- (בְּלִי “zonder-“) en ya’al (יָעַל “waarde”). Het verschijnt 27 keer in de Masoretische tekst (de Hebreeuwse tekst van de joodse Bijbel; Tenach), in verzen die als volgt luiden:
“Een nietsnut (in Hebreeuws adam beli-yaal)” – (Spreuken 6:12)
Deze 27 verschijningen, de uitdrukking “zonen van belial” (בְּנֵֽי־בְלִיַּעַל beni beliyaal) verschijnen 15 keer in de Bijbel (Statenvertaling) om nietswaardige mensen aan te duiden, inclusief afgodendienaren (zie Deuteronomium 13:13), de mannen van Gibea (zie Richteren 19:22 en 20:13), de zonen van Eli em Nabal en Simi (1 Samuël 2:12). In de “King James Version” van de christelijke Bijbel worden deze verschijningen getoond als “Belial”, beginnend met een hoofdletter:
“Now the sons of Eli were sons of Belial; they knew not the Lord” (KJV – Originele Griekse Vertaling).
“Doch de zonen van Eli waren kinderen Belials; zij kenden den HEERE niet”(Statenvertaling).
In moderne versies wordt dit meestal in een zin samengevat:
“De zonen van Eli nu waren nietswaardige lieden” (NBG-vertaling).
“Eli’s sons were scoundrels” (NIV – Katholieke vertaling).
In de Hebreeuwse tekst luidt het “zonen van Belial”, of simpelweg “zonen van nutteloosheid”. “Zonen van” is echter een bekende Joodse uitdrukking als “zonen van de vernietiging” of “zonen van wetteloosheid”.
Huiveringwekkend, niet?
Waarom waren de zonen van priester Eli
1 – zonen van belial?
2 – zonen van wetteloosheid?
3 – van vernietiging?
4 – van nutteloosheid?
5 – nietswaardig?
6 – emotieloos?
7 – wreed?
8 – waardeloos???
Om 6 redenen.
Let op…
Eerste reden: Omdat zij de Heer Die zij probeerden te dienen niet kenden;
Tweede reden: Ze maakten van het Heilige Ambt, het Heilige Werk, hun inkomstenbron, hun levensonderhoud, als een seculiere baan;
Derde reden: Ze probeerden God en Zijn volk te dienen op hun eigen manier, in het vlees en niet in de Geest van het bewuste geloof;
Vierde reden: Ze maakten gebruik van de goedgelovigheid van de mensen, om hier persoonlijk profijt uit te halen, zij wilden vlees, oftewel gemakzucht, omdat zij vleselijk waren;
Vijfde reden: Zij legden de mensen een geloof op dat niet hun geloof was; zij eisten en bepaalden de offeranden en verplichtten de mensen wat zij moesten geven, hetgeen dat op vrijwillige en heilige manier gegeven diende te worden;
Zesde reden: Hun acties en reacties waren het resultaat van hun minachting voor de Offerandes voor de Heer (die aan de Heer werden gegeven – voor Zijn Werk), zoals in de laatste vers staat bevestigd staat:
“Zo was de zonde van die jonge mannen zeer groot voor het aangezicht des Heren, want de mensen gingen het offer des Heren gering achten” (1 Samuël 2:17)
Alle zonden zijn erg, maar de Offerande van de Heer minachten is ZEER ERNSTIG!!!
Overpeins op wat hier geschreven staat en praat hierover met uw echtgenoot/echtgenote.
Bisschop Júlio Freitas
Elke zondag om 07.00uu , 09.00uu , 12.00uu & 18.00uu (ook om 15.00uu).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : +597 88 37 764
Elke zondag om 07.00uu , 09.00uu , 12.00uu & 18.00uu (ook om 15.00uu).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : +597 88 37 764
Geen opmerkingen:
Een reactie posten