PROFESSOR EN STUDENT

Professor: Jij bent een christen, toch?

Student: Ja meneer.

Professor: Dus, jij gelooft in God?

Student: Zeer zeker meneer.

Professor: Is God goed?

Student: Natuurlijk!

Professor: Is God Almachtig?

Student: Ja.

Professor: Mijn broer stierf aan kanker, hoewel hij tot God bad om hem te genezen. De meerderheid van ons zouden proberen om andere mensen die ziek zijn te helpen. Maar God deed dat niet. Hoe kan Hij dan een goede God zijn? Nou?

(De student bleef stil).

Professor: Jij kan geen antwoord vinden, toch? Laten wij opnieuw beginnen, beste knul. Is God goed

Student: Ja.

Professor: En is satan goed?

Student: Nee.

Professor: Wie heeft satan gemaakt?

Student: …GOD.

Professor: Precies. Vertel me, bestaat er kwaad op deze wereld?

Student: Ja.

Professor: Het kwaad is overal, toch? En God heeft alles gecreëerd. Klopt dat?

Student: Ja.

Professor: Wie heeft dan het kwaad gecreëerd?

(De student antwoordde niet).

Professor: Bestaat er ziekte? Immoraliteit? Haat? Agressie? Alle deze verschrikkelijke dingen zijn op de wereld te vinden, toch?

Student: Ja meneer.

Professor: Wie heeft ze dan gecreëerd?

(De student had geen antwoord).

Professor: De wetenschap zegt dat jij 5 zintuigen hebt die jij kan gebruiken om de wereld om je heen te identificeren en observeren. Vertel mij knul, heb jij God al eens gezien?

Student: Nee meneer.

Professor: Vertel ons heb jij God wel eens gehoord?

Student: Nee meneer.

Professor: Heb jij God wel eens geproefd of geroken? Heb jij ooit eens een zintuiglijke waarneming van God gehad?

Student: Nee meneer. Vergeef me, maar dat heb ik nooit gehad.

Professor: Maar desondanks geloof jij nog in Hem?

Student: Ja.

Professor: Volgens het empirische, toetsbare en aantoonbare protocol van de wetenschap bestaat jouw God helemaal niet. Wat vind je daarvan beste knul?

Student: Niets. Ik heb gewoon mijn geloof.

Professor: Precies, geloof. Daar heeft de wetenschap nou moeite mee.

Student: Professor, bestaat er zoiets als warmte?

Professor: Ja.

Student: En bestaat er zoiets als kou?

Professor: Ja

Student: Nee professor, dat bestaat helemaal niet.

(De collegezaal werd doodstil tegenover deze intellectuele strijd).

Student: Professor, u kunt het warm hebben, en nog warmer, oververhitting, witte hitte, weinig warmte of geen enkele warmte. Maar we hebben niets dat wij kou kunnen noemen. We kunnen minimaal -263 °C bereiken, wat geen warmte is, maar we kunnen niet lager dan dat komen. Kou bestaat niet. Kou is alleen maar een woord dat wij gebruiken om het gebrek aan warmte te beschrijven. We kunnen kou niet meten. Warmte is energie. Kou is niet het tegenovergestelde van warmte professor, het is alleen maar het gebrek ervan.

(Er was absolute stilte in de collegezaal).

Student: En hoe zit het met duisternis professor? Bestaat er zoiets als duisternis?

Professor: Ja. Wat is de avond, als er geen duisternis bestaat?

Student: U heeft het weer mis. Duisternis is het gebrek aan iets. U kunt weinig licht hebben, normaal licht, stralend licht, dimlicht. Maar als u geen licht hebt, dan heeft u zodoende niets en dat niets wordt duisternis genoemd, toch? Maar dat is in feite niet zo. Als duisternis bestond dan zou u in staat moeten zijn om duisternis donkerder te kunnen maken, toch?

Professor: Wat is dan jouw punt?

Student: Professor, mijn punt is dat uw filosofische uitgangspunt onjuist is.

Professor: Onjuist? Kun jij dat toelichten?

Student: Professor, u kijkt vanuit het uitgangspunt van dualiteit. U beargumenteert dat er leven én dood bestaat, een goede God en een slechte God. U bekijkt het concept van God als iets eindig, iets dat wij kunnen meten. Professor, de wetenschap kan een gedachte niet uitleggen. Het gebruikt elektriciteit en magnetisme, maar we hebben een gedacht nooit gezien en al helemaal niet compleet de werking ervan begrepen. De dood zien als de tegenpool van het leven houdt in om onwetend te zijn van het feit dat de dood niet als iets substantieel kan bestaan.
De dood is niet het tegenovergestelde van het leven: het is alleen maar het gebrek ervan. Vertel mij nu professor, onderwijst u uw studenten dat zij geëvolueerd zijn van apen?

Professor: Als jij verwijst naar de evolutie theorie, dan doe ik dat natuurlijk.

Student: Heeft u ooit wel eens evolutie met uw eigen ogen gezien, professor?

(Met een glimlach op zijn gezicht begon de professor zijn hoofd te schudden. Hij zag al waar dit argument naartoe zou leiden).

Student: Gezien het feit dat niemand persoonlijk het evolutieproces te werk heeft gezien en niet eens kan bewijzen dat dit een doorgaand proces is. Bent u dan niet in feite uw mening aan het onderwijzen, professor? Bent u dan niet in feite een prediker in plaats van een wetenschapper?

(De klas was in rep en roer).

Student: Heeft iemand ooit wel eens de hersens van de professor gezien?

(De klas barstte in lachen uit).

Student: Is er iemand hier die ooit eens de hersens van de professor heeft gehoord, geraakt, geproefd of geroken? Hmmm, blijkbaar niemand. Dus, volgens de vastgestelde regels van het empirische, stabiele en aantoonbare protocol, zegt de wetenschap dat u geen hersens hebt, professor. Met alle respect, maar hoe kunnen wij dan in uw lessen geloven?

(De klas bleef opnieuw doodstil. De professor keek naar de student, met een ondoorgrondelijke blik).

Professor: Ik denk dat jij in mijn lessen dient te geloof, beste jongen.

Student: En dát is… Precies! De link tussen de mens en God is het geloof. Dat is alles wat de zaken levend en in beweging houdt.

– Auteur onbekend

PS: Ik geloof dat u van deze conversatie hebt genoten. En als dat het geval was, dan zult u ongetwijfeld willen dat uw vrienden en kennissen er ook van genieten, toch? Stuur deze boodschap naar hem/ haar om zijn/haar kennis of geloof te vergroten.

Bisschop Edir Macedo


Elke zondag om 07.00uu , 09.00uu , 12.00uu & 18.00uu (ook om 15.00uu)
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : +597 88 37 764