“Voorwaar, Ik, de HERE, ben niet veranderd, en gij kinderen van
Jakob, zijt niet verteerd. Van de dagen uwer vaderen af zijt gij
afgeweken van mijn inzettingen en hebt ze niet onderhouden. Keert terug
tot Mij, dan zal Ik tot u terugkeren, zegt de HERE der heerscharen. En
dan zegt gij: In welk opzicht moeten wij terugkeren? Mag een mens God
beroven? Toch berooft gij Mij. En dan zegt gij: Waarin beroven wij U? In
de tienden en de heffing. Met de vloek zijt gij vervloekt, en Mij
berooft gij, gij volk in zijn geheel. Breng de gehele tiende naar de
voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch
daarmede, zegt de HERE der heerscharen, of Ik dan niet voor u de
vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten” (Maleachi 3:6-10).
“Ik, de Heer, ben niet veranderd en jullie zijn nog steeds niet
verteerd…” De negatieve situatie waarin het volk zich verkeerde lag niet
aan het feit dat God was veranderd, maar dat Hij juist niet veranderd
was. Het waren de kinderen van Israël wiens gedrag ten opzichte van God
veranderd was. Als gevolg hiervan vond er een verandering plaats in hun
eigen levenskwaliteit.
Zij weken af en onderhielden de inzettingen van God niet meer. Elk
bedrijf, organisatie en land heeft inzettingen die diens normen bepalen.
En deze inzettingen dienen gerespecteerd te worden. Het niet nakomen
ervan brengt drastische gevolgen met zich mee voor de overtreders. Met
God is het niet anders. Er zijn inzettingen die onderhouden dienen te
worden en wie zich daar niet aanhoudt zal de gevolgen daarvan moeten
ondergaan.
God zei: “Keer terug tot Mij en Ik zal tot jullie terugkeren.” Om tot
een ongelovige persoon te zeggen dat hij zich tot God moet keren is
iets simpels om te begrijpen, maar om tegen een volk dat zogenaamd God
kende te zeggen dat zij zich terug tot Hem moesten keren, zou zeker de
volgende reactie teweegbrengen: “MAAR WAARIN moeten wij terugkeren?”.
Deze manier van reageren toont dat de persoon die zo zou antwoorden
ervan overtuigd is dat hij al alles deed wat hij moest doen, vandaar de
reden dat hij zich afvraagt “WAARIN?”.
Kijk naar het antwoord dat God
aan dit volk gaf: “Zal een mens God beroven? Maar toch beroven jullie
Mij.” Hoe zal een fatsoenlijk persoon accepteren om iets van iemand te
stelen, voornamelijk God? Daarom vroeg het volk. “MAAR WAARIN beroven
wij U?” En God toonde hun: “In de tienden en de offerandes.” Daarom
maakte de vloek een onderdeel uit van hun leven. De vloek komt door
ongehoorzaamheid, maar onze God zegent allen.
God vroeg het volk om de tienden en de offerandes te bergen en stelde
voor om een test met Hem te doen. In geen enkel andere situatie nodigt
God de mensen uit om Hem te testen, behalve in de tiendes en in de
offerandes. Het was niet noodzakelijk voor Hem om te zeggen dat Hij de
Heer van de Heerscharen was, het was genoeg om te zeggen dat Hij de Heer
was, maar Hij benadrukte dat de Hij de Heer van de Heerscharen was om
aan te tonen dat Hij de Heer is van alle strijden en dat degenen die
trouw aan Hem zijn deel uit maken van dit leger.
Aan degenen die Hem beproeven, belooft Hij om de vensters van de
hemelen te openen en zegens in overvloed uit te storten. Zegens met
grenzen zijn één ding, zegens in overvloed zijn totaal iets anders,
vanwege hun grootheid. Vanwege deze erkenning van de heerschappij van de
Here Jezus, zal Hij zelf de afvreter bestraffen. Dit is zó sterk dat
God zelf tegen de duivel zegt: “Omdat deze persoon trouw is aan Mij,
bestraf Ik jou!”
Het volk vroeg zich toen zeker af: “Waarom doe ik alles correct en
blijft het land onvruchtbaar?” Waarom is mijn geld niet genoeg? Waarom
maak ik zoveel verlies mee?” Het vervullen van Gods inzettingen zorgt
ervoor dat het land niet meer onvruchtbaar blijft. Wij hebben 194 landen
die officieel erkend zijn in de wereld. Kunt u zich voorstellen dat zij
allen, u als een gelukkig persoon erkennen? Wie deel uitmaakt van deze
heilige natie, dit volk dat exclusief aan God behoort, dient door allen
als een gelukkig persoon erkend te worden. Het land van deze natie dient
anders te zijn, het dient een heerlijk land te zijn.
Met dank aan: bisschop Romualdo Panceiro
Elke zondag om 9.30uur & 12.00uur (ook om 18.00uur).
Adres : Neumanpad # 26
Paramaribo - Centrum
Tel. : +597 88 37 64
Geen opmerkingen:
Een reactie posten